In 1952 kreeg Lester Levenson, een Amerikaanse natuurkundige en ingenieur, op 42-jarige leeftijd zijn tweede hartaanval. Van zijn cardiologen kreeg hij te horen dat hij nog twee à drie weken te leven had; in die tijd bestonden er nog geen dotter-, open hart- en bypass-operaties. Hij werd naar huis gestuurd om daar, met uitzicht op het New Yorkse Central Park, zijn laatste levensdagen door te brengen.
Toen hij zijn leven op een rijtje zette en zich afvroeg wie hij was, wat hem dreef en wat hem had gebracht waar hij nu was, kwam hij tot een aantal schokkende ontdekkingen. De eerste ontdekking was dat hij zélf verantwoordelijk was voor de staat waarin hij zich bevond. Zijn leven werd bepaald door zijn eigen gevoelens, niet door andere mensen of gebeurtenissen buiten hemzelf. Zijn hele leven had hij gevochten tegen die gevoelens en dat had geresulteerd in zijn huidige toestand.
De tweede ontdekking was dat ieder van ons de aangeboren vaardigheid heeft om emoties los te laten (te “releasen”). We zijn zó gewend om te worstelen met onze emoties door ze te onderdrukken, eraan te onsnappen of door ze in het wilde weg te uiten dat we die vaardigheid zijn vergeten. Deze ontdekking zorgde ervoor dat zijn worsteling met emoties stopte en hij in een staat kwam van permanente gelukzaligheid. Het resultaat was bovendien dat, hoe meer emoties Lester los liet, hoe gezonder hij zich ging voelen. Drie maanden na zijn tweede hartinfarct verkeerde Lester in een toestand van complete innerlijke vrijheid en volkomen lichamelijke gezondheid. Hij heeft daarna nog 42 jaar geleefd!
Lester verhuisde uiteindelijk van New York naar Sedona in Arizona, en bleef het land doorreizen om zijn ideeen en inzichten te delen met anderen. Dit is vervolgens ontwikkeld tot de methode die we kennen als de Release Technique. |